Konijnen hebben een maatje nodig.

Konijnen zijn groepsdieren. In het wild leven ze in groepen van 1 ram en enkele voedsters en jongen. Uit onderzoek is gebleken dat eenzame konijnen allerlei vervelende eigenschappen kunnen ontwikkelen. Je kunt dit voorkomen door een konijn met een soortgenoot te houden.
Nu is het niet zo dat je zomaar twee konijnen bij elkaar kunt zetten. Konijnen willen samen leven met een soortgenootje waar zij een goede vriendschap mee hebben. De eerste tijd kun je jonge konijnen goed samen zetten, maar ze moeten hun persoonlijkheid nog ontwikkelen en dan kan er alsnog ruzie ontstaan.

Als je besluit om een koppel konijnen te houden dan is het een goed idee om naar een konijnenopvangte gaan. De opvang heeft de konijnen al gekoppeld en dan weet je zeker dat ze het goed met elkaar kunnen vinden. Bij de opvang koop je altijd een koppel dat bestaat uit een (gecastreerde) voedster en een (gecastreerde) ram. De kans is namelijk groot dat twee rammen gaan vechten als ze volwassen zijn. Ook twee voedsters samen zorgt vaak voor problemen als zij volwassen worden.

Een mens kan een soortgenootje niet vervangen. Vaak zijn konijnen actief in de vroege ochtend of de late avond. Dat zijn vaak juist de momenten dat je zelf andere verplichtingen hebt. Met een soortgenootje zijn ze de hele dag samen. Ze kunnen bij elkaar slapen, ze hebben steun aan elkaar als ze bang zijn en ze kunnen elkaars vacht verzorgen. Een mens kan zeker een goede vriendschap opbouwen met konijnen, maar een mens kan nooit een konijnenmaatje vervangen.






